Categories

Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

WaterPACT wordt in de komende 40 jaar een belangrijk vakgebied

Dr.ir. Peter-Jules van Overloop

‘Het Nederlandse waterbeheer is duidelijk en democratisch. Dit is terug te voeren op onze watergeschiedenis. Polderschappen zijn ooit ontstaan omdat water een gemeenschappelijke bedreiging vormde voor de bewoners en gebruikers van een polder. Er moest allereerst worden samengewerkt om dijken te bouwen en te onderhouden. Voor de veiligheid moesten de peilen in de sloten laag genoeg worden gehouden, maar er diende ook voldoende water beschikbaar te zijn voor landbouw. Boten moesten goederen kunnen vervoeren met voldoende diepgang. Ecologie was nog niet uitgevonden. Na lang vergaderen met alle belanghebbenden werd een polderpeil vastgelegd, waarop het waterniveau in de sloten het hele jaar zoveel mogelijk moest worden gehandhaafd. Een statische benadering, terwijl de toestand en belasting van een polder erg dynamisch is over de verschillende seizoenen. Met onze huidige kennis zouden we dit waterbeheer simpel en conservatief noemen.

Als we echter naar het huidige waterbeheer kijken, is er niet veel veranderd. Er wordt tegenwoordig weliswaar een winter- en een zomerpeil gehandhaafd om de toestand van het systeem te beïnvloeden, maar die zijn nog steeds statisch gedurende zes maanden en houden geen rekening met de belasting. Ook op grotere schaal werkt het ‘polderen’ nog altijd door. Als een belanghebbende van respectievelijk de Rotterdamse haven, een natuurvereniging, een drinkwaterbedrijf en binnenvaart tot een compromis moeten komen, liggen achterliggende gedachten en uitgesproken woorden vaak ver uit elkaar. Zo zijn de respectievelijke gedachten: ’De Rotterdamse haven moet wereldtop blijven’; ‘Als het maar beter wordt voor de dieren’; ‘In de zomer stijgt het zoutgehalte van mijn innamewater nu al flink, dat verzouten leidt misschien tot problemen’; ‘Nederland moet een belangrijk binnenvaartland blijven’, terwijl de woorden wat anders zeggen: ‘De Maeslantkering mag NOOIT dicht, alleen als er extreme storm op zee is!;, ‘ALLE menselijke (ingenieurs) ingrepen zijn onnatuurlijk en moeten worden vermeden!’; ‘Houd alles maar VOLLEDIG zoet!’; ‘De diepte in de rivieren moet ALTIJD minimaal het grootste type schepen kunnen faciliteren!’

Het moge duidelijk zijn dat het resulterende compromis suboptimaal zal zijn. Een veel betere benadering van onderhandelen is het duidelijk stellen van de eigen wensen en acceptatiegrenzen, zonder directe uitspraken te doen over het waterbeheer: ‘Ik wil als haven nu en in de toekomst winstgevend zijn’; ‘Ik wil dat er voldoende dynamiek in het systeem zit voor een gezond ecosysteem’; ‘Het water dat ik inneem moet boven de zoutgehaltenorm van ongeveer 2 g/kg blijven’; ‘Stremmingen moeten zoveel mogelijk vermeden worden’. Het waterbeheer krijgt dan een veel grotere oplossingsruimte, maar wordt wel complexer.

Juist voor het vinden van de beste oplossing op ieder moment, gegeven de toestand en belasting van het watersysteem, kunnen we met de huidige optimalisatietechnieken prima uit de voeten. Daarvoor hebben we krachtige computers die, gegeven de wet van Moore, over 40 jaar 2 tot de macht 20, oftewel meer dan een miljoen keer krachtiger zijn dan nu. We zitten dan in het belangrijke jaar 2050, waarop nu klimaatmitigerende maatregelen worden getoetst. Dan zullen sensoren, nauwkeurige voorspellingsmodellen met een horizon van tien dagen en slimme computers vanuit een centrale locatie, alle sluizen en pompen in het hoofdwatersysteem van Nederland in samenhang aansturen.

Deze Water Prediction And Control Technology (WaterPACT) gaat in de komende 40 jaar een belangrijk vakgebied worden. Het is dé manier om met bestaande infrastructuur, dus goedkoop, het Nederlandse waterbeheer veiliger, efficiënter en adaptief te maken.”

Peter-Jules van Overloop (1969) is Universitair Docent Operationeel Waterbeheer aan de Technische Universiteit Delft en internationaal expert op het gebied van de toepassing van meet- en regeltechniek in het waterbeheer.

Dit opiniestuk is gepubliceerd in het juni 2010-nummer van TBM Quarterly
van de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft nav
het seminar Watermanagement, Bestuur en Beleid dat eerder dit jaar
plaatsvond.

Be Sociable, Share!

Leave a Reply

© 2011 TU Delft